Gezamenlijke doelen bepaal je vanuit een gezamenlijke overtuiging. Deze gezamenlijke overtuiging is een combinatie van een gedeeld bewustzijn van het belang van geletterdheid en een gevoel van urgentie om problemen rond taalvaardigheid aan te pakken. Het liefst zie je dat bewustzijn en dat gevoel van urgentie bij alle betrokken partijen, zowel op strategisch als uitvoerend niveau. Hoe beter je elkaar aan het begin kunt vinden, hoe verder je uiteindelijk komt.
Op weg naar een gezamenlijke eindbestemming
Gesprekken met je netwerkpartners zijn waardevol. Ze geven inzicht in de huidige stand van zaken rondom geletterdheid in jouw gemeente én hoe de betrokken organisaties in dit project staan. Bespreek samen wat jullie belangrijk vinden. Wat zijn jullie ambities en waar willen jullie gezamenlijk naartoe werken? Door samen doelen te formuleren, kun je meerdere perspectieven meenemen in dit vraagstuk. Neem hier de tijd voor en gebruik het bestaande draaiboek in de Bouwsteen Netwerk & Beleid.
Tip: Met goed geformuleerde doelen kom je het verst. Dat betekent dat je:
- de doelen helder en positief formuleert, zodat ze mensen inspireren aan de slag te gaan;
- de doelen Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden (SMART) maakt;
- de doelen richt op de juiste doelgroep;
- de doelgroep betrekt bij je plannen;
- de tijd neemt om tot gezamenlijke doelen te komen.
Gebruikt jouw gemeente een eigen format voor het formuleren van doelen? Prima! Maar vergeet niet bovenstaande aandachtspunten mee te nemen.
Richt je inspanningen op de juiste doelgroep
Het is belangrijk om je inspanningen op de juiste doelgroep te richten, als je aan de slag gaat met de gemeentelijke gezinsaanpak geletterdheid. Het kan logisch zijn om aan te sluiten bij de bestaande focus van vve-beleid, onderwijskansenbeleid en/of de aanpak laaggeletterdheid. Maar het is de moeite waard om met je lokale partners te bespreken waar volgens de professionals in het veld de ondersteuning het hardst nodig is.
De omstandigheden zijn overal anders. In sommige gemeenten wonen bijvoorbeeld veel arbeidsmigranten uit Oost-Europese landen, terwijl deze groepen in andere gemeenten niet of nauwelijks aanwezig zijn. De groep laaggeletterden die Nederlands níet als moedertaal heeft (NT2), is in elke gemeente anders qua samenstelling en grootte. Hetzelfde geldt voor de groep laaggeletterden met Nederlands als moedertaal (NT1).
Waar je ook begint: maak keuzes. Met een ‘one-size-fits-all-benadering’ bereik je vaak minder dan met kleine, op de doelgroep aangepaste, interventies.
Praat niet óver mensen, maar mét mensen
Ga ook in gesprek met de ouders die je met de gezinsaanpak wilt ondersteunen. In contact met hen stel je vast of plannen en goede bedoelingen in de praktijk ook echt het gewenste effect kunnen hebben. Gebruik je partners om met gezinnen in contact te komen. Direct en duurzaam contact met de doelgroep zou een vast onderdeel moeten zijn van de werkprocessen van alle organisaties die bij de gezinsaanpak betrokken zijn.
Het betrekken van ervaringsdeskundigen is een mooie stap, maar niet voldoende. De doelgroep die je voor ogen hebt, kan net weer andere behoeften hebben of andere drempels zien dan de individuele ervaringsdeskundige. Om het vertrouwen van mensen in de doelgroep te winnen en ze beter te begrijpen, kan het waardevol zijn om sleutelfiguren in te zetten die een brug vormen tussen de professionals en de doelgroep. Lokale organisaties weten deze mensen te vinden, of hebben ze zelfs in dienst.
Tip: Het is belangrijk dat de problematiek goed in beeld is. Er zijn verschillende bronnen die informatie geven over de samenstelling van een gemeente, bijvoorbeeld www.geletterdheidinzicht.nl
Hobbels op de weg
Als je samen op een ambitieuze manier naar de toekomst kijkt en over concrete doelen nadenkt, stuit je mogelijk op hobbels op de weg. Misschien krijg je te maken met organisaties die praktische bezwaren hebben of constateer je dat verschillende partijen tegenstrijdige belangen hebben. Dan kan het helpen om even een stap terug te doen, om te zorgen dat je de urgentie van de problematiek weer scherp krijgt. Zie ook Stap 1: Werk aan bewustwording. Wat betekent het als mensen door taalproblemen onvoldoende mee kunnen doen in de samenleving? Wat kost het de individuele burger en wat zijn de maatschappelijke kosten?
Ga samen terug naar die kern, door naar elkaar te luisteren en kennis en ervaring met elkaar te delen. Dan kom je altijd weer op een punt waarop partijen elkaar vinden. Kijk of je vanaf daar weer een stap vooruit kunt doen. Misschien moet je je doelen een beetje aanpassen.
Neem de tijd voor dit proces. Laaggeletterdheid is een complex probleem en je hebt elkaar nodig om stappen te kunnen zetten. Het kan helpen om een gezamenlijke intentieverklaring of samenwerkingsovereenkomst op te stellen. Daarmee laten partners zien dat ze langdurig aan de visie en doelen van de lokale gezinsaanpak geletterdheid willen werken. Dit kan helpen om de ingezette koers ook op de lange termijn vast te houden.
Wil je toch eerst aan een sterker netwerk bouwen? Ga dan weer naar Stap 2.
De urgentie is duidelijk, je hebt de juiste mensen om tafel én je bent je bewust van de doelen waar je met elkaar aan werkt. Tijd om verder te gaan.