Sarah is beleidsadviseur binnen het team Samenleving en houdt zich bezig met inclusie en diversiteit. Laaggeletterdheid hoort daar ook bij. “Vier jaar geleden begon ik aan het beleid voor laaggeletterdheid. Stichting Lezen en Schrijven wees ons op de Pilot Gemeentelijke Gezinsaanpak Geletterdheid, die net was begonnen. De aanpak werd nog ontwikkeld. De eerste fase bestond vooral uit het observeren van ons als pilotgemeenten: wat doen gemeenten nu al, wat kan er anders? Vanuit die inzichten is later het stappenplan ontstaan. Maar toen? Pionieren, dat was het. Ik had destijds echt wel behoefte gehad aan wat meer houvast."
Ik had destijds echt wel de behoefte aan wat meer houvast, aan een gezinsaanpak zoals die nu bestaat. Sarah Janssen, beleidsadviseur Samenleving bij gemeente Harderwijk
Twee werelden samenbrengen
De adviseur van Stichting Lezen en Schrijven raadde aan om de samenwerking te zoeken met andere beleidsterreinen, zoals onderwijs, armoede of gezondheid. Het werd onderwijs. Sarah: “Ik richtte me op volwassenen en werkte vooral met de bibliotheek. Mijn collega van onderwijsachterstandenbeleid (OAB) richtte zich vooral op kinderen en scholen, bijvoorbeeld via logopedisten. We werkten gescheiden van elkaar en deden elk ons eigen ding. Maar we zagen het belang ervan in om samen te werken. Dit voelde dus als een logische samenwerking. We hadden de autonomie om dat te beslissen en misschien nog wel belangrijker: we hadden allebei ook best wel wat budget dat we konden inzetten. We hebben de budgetten samengevoegd en werkten samen verder aan de gezinsaanpak.”
Samenwerken met de bibliotheek
Voordat de pilot startte, maakten ze een overzicht van alle partijen in Harderwijk die zich al met taalaanbod bezighielden. “Voor NT2-gezinnen was er voldoende aanbod. Zij worden vaak goed doorverwezen door de voorschoolse educatie. Maar we zagen dat kinderen uit NT1-gezinnen minder snel ‘gezien’ worden. De bibliotheek biedt veel taalprogramma’s aan, was al op veel plekken aanwezig en stond bovendien meteen achter de Gezinsaanpak. Het was dus logisch dat de bibliotheek ook aansloot. Samen kozen we ervoor om ons eerst te richten op de basisschool en de kinderopvang op de basisschool, met het idee dat dat een laagdrempelige plek voor iedereen is om te komen. Ook voor NT1-gezinnen”, aldus Sarah.
Rolverdeling
De gemeente heeft de regierol binnen de Gezinsaanpak, maar de bibliotheek wilde graag de coördinerende rol op zich nemen. Sarah: “Je hebt iemand nodig die dit gedachtegoed aanjaagt en dat doen zij absoluut. En bibliotheken hebben veel kennis, taalprogramma's en een groot netwerk, waaronder scholen. Toch bleek ook al snel dat een gezinsaanpak, helemaal nu we samenwerkten met Onderwijs, breder was dan het bestaande aanbod. De vraag aan scholen moet eigenlijk heel open zijn: 'wat hebben jullie nodig?'. Daarom kozen we ervoor om een bestaande aanpak, Thuis in Taal, in te zetten op scholen als startpunt van de Gezinsaanpak.
Door samen te werken met het beleidsterrein ‘onderwijs’ konden we budgetten samenvoegen en samen verder werken aan de gezinsaanpak. Sarah Janssen, beleidsadviseur Samenleving bij gemeente Harderwijk
Hulp van Thuis in Taal
Thuis in Taal is een wetenschappelijk onderbouwde aanpak voor taalversterking bij jonge kinderen, gericht op pedagogisch medewerkers en leerkrachten. Zij richten zich op de samenwerking met ouders.
Sarah: “Thuis in Taal hielp ons met de coördinatie van de aanpak Thuis in Taal. Bijvoorbeeld door het opzetten van een stuurgroep. Daarin zaten de directeuren van de basisschool, kinderopvang, bibliotheek, Thuis in Taal zelf en wij, de gemeente. Hun advies was: begin ergens. Begin klein, begin in de wijk, begin bij één school. Dat hebben we gedaan."
Het vinden van een school
De samenwerking kreeg vorm en de rollen waren verdeeld. Toch was er nog één uitdaging: het vinden van een geschikte school om de Gezinsaanpak te starten. In Harderwijk gebruikten ze de VVE-monitor (de monitor van de voor- en vroegschoolse educatie, red.) en de inzichten uit het onderwijs-achterstandenbeleid om geschikte scholen in kaart te brengen. Maar het was niet makkelijk om binnen te komen. Sarah: "Scholen hebben het gevoel dat er al zoveel over de schutting wordt gegooid. Vooral in wijken waar veel aandacht nodig is. Zo'n programma voelt al snel als nóg meer werk."
Van alle acht scholen die ze ver van tevoren uitnodigden voor een informatieavond, kwamen er uiteindelijk maar twee directeuren opdagen. "We dachten: hoe gaat dit ooit lukken? Maar één gemotiveerde school was genoeg om te beginnen. Deze directeur stond open voor initiatieven zolang het leerkrachten écht zou helpen in hun werk.”
Concrete aanpak: de driehoek ouder-school-kind
De Gezinsaanpak in Harderwijk richt zich op ouderbetrokkenheid en versterkt de relatie tussen ouder, school en kind. "Heel concreet worden alle ouders van kinderen op de peuterspeelzaal en in groep 1 en 2 van de basisschool af en toe uitgenodigd voor een informele ouder-kind activiteit in de klas. Dat hoeft maar 10 minuten te zijn", aldus Sarah.
“De leerkracht en pedagogisch medewerker worden getraind om goed te kijken naar de communicatie tussen ouder en kind en daar positief op in te spelen. Het doel is dat alle ouders zich gezien en serieus genomen voelen. Ook de ouders die vroeger zelf een slechte leerervaring hebben gehad en daardoor afstand voelen tot school. Daardoor wordt de drempel lager om dingen te delen, óók als er problemen spelen op andere gebieden."
Werk vanuit de driehoek ouder-school-kind om de relatie tussen ouders en school te versterken. Sarah Janssen, beleidsadviseur Samenleving bij gemeente Harderwijk
Kleine successen tellen
De aanpak wordt inmiddels een aantal jaren ingezet en de resultaten zijn positief. In het begin kwamen er wisselende geluiden terug uit de school en peuterspeelzaal. Ze vroegen zich af of deze aanpak wel echt bij hen paste. Maar later kwam de ommekeer. Sarah: “Bij de laatste evaluatie was de directeur heel enthousiast. Hij wil de aanpak nu delen met andere directeuren omdat het zo waardevol is. "
Waar dat succes dan in zit? Sarah: “Het zijn vaak hele kleine dingen die een groot verschil maken. Ouders deden bijvoorbeeld mee met een activiteit in de klas; blaadjes vouwen. Ze kregen steeds rodere wangen. Op een gegeven moment zei iemand 'sorry, maar ik weet gewoon niet meer hoe dit moet'. Het was veilig genoeg om dat aan te geven. Het voelt misschien als iets kleins, maar zoiets is heel belangrijk.”
Uitdagingen voor de toekomst
Inmiddels groeit ook de interesse voor de Gezinsaanpak bij andere beleidsterreinen binnen de gemeente, zoals bij Jeugd. Sarah: “Jeugd heeft een eigen gezinsaanpak ontwikkeld, gericht op de samenwerking tussen organisaties in de wijk, waaronder scholen. Maar voor scholen is het niet handig dat er drie mensen van dezelfde gemeente langskomen, elk met hun eigen aanpak. Dat moeten we op een logische manier op elkaar aansluiten. En daar zijn we nu mee bezig.”
Een nieuwe samenwerking vraagt wel weer om nieuwe keuzes. Sarah: "Door samen te werken kun je elkaar versterken. Maar het risico is ook dat taal ondergesneeuwd raakt, terwijl het echt een basisvoorziening is en alle domeinen raakt. Ook de vraag hoe we de regierol verder invullen, moeten we opnieuw stellen."
Ga eerst overal kijken, ga meeluisteren. Hoor uit eerste hand hoe scholen denken over ouderbetrokkenheid, over taal en wat hun zorgen zijn. Dáár moet je namelijk bij aansluiten. Sarah Janssen, beleidsadviseur Samenleving bij gemeente Harderwijk
Belangrijke lessen
Wat Sarah wil meegeven aan andere gemeenten die starten met de Gezinsaanpak? Daarover is ze duidelijk: “Denk niet vanuit een groot, vaststaand plan en vastomlijnde tijden waarin het allemaal moet gebeuren. Laat het los, begin gewoon en laat het vanzelf gebeuren. In het begin was ik bijvoorbeeld heel gefocust of we wel precies de juiste doelgroep benaderden. Dat gaf alleen maar druk. Terwijl we al snel zagen dat je de juiste doelgroep óók bereikt als je álle ouders benadert.”
Een tweede les is om je vooral te verdiepen in je samenwerkingspartners voordat je begint. In Sarahs geval waren dat de scholen. Sarah: “Ga eerst overal kijken, ga meeluisteren. Hoor uit eerste hand hoe scholen denken over ouderbetrokkenheid, over taal en wat hun zorgen zijn. Dáár moet je namelijk bij aansluiten. Wij kwamen niet binnen door te zeggen 'hoi, wij willen jullie NT1-ers bereiken'. Nee, het was 'we willen jullie helpen met de ouderbetrokkenheid.' Dáár hebben scholen iets aan, en daar kun je taal aan verbinden. Niet andersom."
Tips van Sarah Janssen, beleidsadviseur bij gemeente Harderwijk, voor het opzetten van een gezinsaanpak:
- Ga eerst vooral luisteren: zit bij groepjes, luister naar leraren en pedagogisch medewerkers. Hoor uit eerste hand hoe zij denken over ouderbetrokkenheid, taal en wat wij al doen.
- Begin bij de behoefte van de school, niet bij jouw programma. Luister eerst naar waar ze echt tegenaan lopen en vertrek vanuit die vraag.
- Begin klein en laat het organisch groeien. Probeer niet alles te plannen en te sturen.
- Zorg voor budget en capaciteit voordat je begint. Zonder middelen kom je minder snel van de grond.
- Werk samen met collega's van andere afdelingen. Bundel budgetten en kennis.
- Wees geduldig. Het kost tijd voordat alles goed loopt en samenwerkingen zich ontwikkelen. Laat de moed niet te snel zakken.
- Maak gebruik van professionele ondersteuning of sluit aan bij een bestaande aanpak (zoals wij met Thuis in Taal) voor het vormgeven van de aanpak als je daar zelf mee worstelt.
- Laat het bereiken van ‘de perfecte doelgroep’ los. Als ouders binnenkomen is dat al winst. Bijsturen kan later nog.
In het kort: de Gezinsaanpak in Harderwijk
Gemeente Harderwijk was in 2021 één van de eerste gemeenten die begon met de Gemeentelijke Gezinsaanpak Geletterdheid. Ze bundelden het budget van twee beleidsterreinen: Samenleving (team Laaggeletterdheid) en Onderwijs (team Onderwijsachterstandenbeleid). De bibliotheek sloot aan als partner vanwege hun netwerk, programma’s en contact met scholen. Samen kozen ze ervoor om zich te richten te richten op de basisschool. Het vinden van een school om mee te starten was een uitdaging. Toch lukte het om een gemotiveerde school te vinden die wilde meedoen. De aanpak richt zich op de driehoek ouder-school-kind, met informele activiteiten in de klas. Belangrijke lessen die zij leerden: luister eerst goed naar scholen en begin vanuit hun behoefte. . Het is een traject van de lange adem, dat organisch moet groeien. Inmiddels is de aanpak succesvol en wil ook team Jeugd aansluiten.