Skip to main content
Stap 5

Maak afspraken over meten en bijsturen

Stap 5 is de laatste in dit stappenplan. Heb je de vorige stappen al doorlopen met jouw gemeente? Dan staan de seinen op groen voor een gemeentelijke gezinsaanpak met impact! Natuurlijk wil je dan ook weten of je inspanningen het gewenste en beoogde effect hebben. Lig je nog op koers om de in stap 3 afgesproken doelen te behalen? Daar kom je alleen achter als je gegevens verzamelt, onderzoek doet en monitort.

Hoewel meten en evalueren pas in deze vijfde stap worden genoemd, is het zeker niet iets om op de lange baan te schuiven. Het is belangrijk om tegelijk met het ontwikkelen van de gezinsaanpak geletterdheid vast na te denken over hoe je je activiteiten gaat monitoren en evalueren. Alleen als monitoring aan het begin van de aanpak wordt opgezet (en er nulmetingen worden gedaan), kun je aan het eind van een beleids- of activiteitenperiode zien wat de resultaten zijn.

Zorg bij monitoring en evaluatie dat je niet alleen oog hebt voor kwantitatieve resultaten, want die geven een beperkt beeld van wat er is bereikt. Ga ook in gesprek met professionals en ouders om met kwalitatieve gegevens meer diepte te geven aan het kwantitatieve beeld.

TIP: Een van de manieren om gezamenlijke doelen en resultaten te overdenken en vorm te geven, is het opstellen van een Theory of Change ofwel verandertheorie. Dat is een methodologie voor planning, participatie en evaluatie, die vooral wordt gebruikt door non-profitorganisaties en overheden. Meer weten over impactmeting en verandertheorie? Kijk in het dossier dat de Koninklijke Bibliotheek hiervoor heeft ingericht. Er zijn natuurlijk meer manieren om planning en evaluatie vast te leggen. Een andere methode is de PDCA-cyclus: Plan, Do, Check, Act. Wellicht gebruikt jouw gemeente nog een andere methode.

Meet- en monitoringsinstrumenten in overvloed

Veel informatie die relevant is voor de gezinsaanpak wordt al gemeten en bijgehouden (zie ook de Bouwsteen Monitoring & Onderzoek). Denk aan monitoring binnen de vve of binnen veelgebruikte programma’s als BoekStart en de Bibliotheek op School. Ook het Taalhuis en andere stakeholders binnen het taalnetwerk verzamelen vaak nuttige data. Gebruik die gegevens vooral, daar zijn ze voor.

Het kan zinvol zijn om data uit verschillende onderzoeken te bundelen om een completer beeld te schetsen van de resultaten van de gekozen gezinsaanpak. Het is ook een optie om bestaande instrumenten uit te breiden (bijvoorbeeld door extra vragen toe te voegen in bestaande vragenlijsten) of om een nieuw, aanvullend monitoringsinstrument te ontwikkelen.

Vier aandachtspunten

  1. Als je gebruikmaakt van wetenschappelijk bewezen programma’s, zoals BoekStart in de kinderopvang, is het vaak niet nodig om het effect ervan opnieuw te meten in iedere gemeente.
  2. Monitoring kan een vrij technisch en complex verhaal zijn. Zoek binnen de eigen organisatie, binnen het lokale netwerk of bij landelijke (branche)organisaties naar ondersteuning als je er zelf niet uitkomt.
  3. Laat intensieve en dure onderzoeken over aan (landelijke) expertise- en brancheorganisaties, zoals het Nederlands Jeugdinstituut, Stichting Lezen, Stichting Lezen en Schrijven en de Koninklijke Bibliotheek.
  4. In de Bouwsteen Monitoring & Onderzoek vind je voorbeelden van bestaande instrumenten die je kunt inzetten om de effecten van (onderdelen van) de gezinsaanpak te meten.

Monitoringsinstrument regierol gezinsaanpak geletterdheid

Omdat de regierol bij de gezinsaanpak geletterdheid voor veel gemeenten nieuw is, bestaat er voor dit element nog geen monitoringsinstrument. Die is wel in ontwikkeling en kun je later terugvinden in de Bouwsteen Monitoring & Onderzoek.